vrouwentongen – een vensterbank vol –
staan ongedwongen naar wolken te lonken
tot plotseling een wolkbreuk – koude valwind
hevige regen – de tongen aan het oog onttrekt
in een raamwerk van vensters weerkaatsen
gedrochten van donker beton
aan Gods hand door opgeruwd water getrokken
de vraag is waarheen?
de drenkeling tast in het duister
om verregende warhoofden heen
jaagt altijd nog op het verdwenen pad
een jaagpaard verten weg langs onbevaren vaart
en door grootvaders kloksnelheid aangestuurd
drijft in het huidige zijn nog de oude nostalgische tijd
die losse druppels lief en leed
in Asser stadsgezicht smijt
Doek: Sanne Boswijk | Gedicht: Adrie Krijgsman