stil varen ze samen in hun schip van staal
door het grijze water van de vaart
boven de zwaaikom
klinken vogelgeluiden
gehuld in rookgordijnen
van poedersuiker en stroop
op de kade dansen en zingen soldaten
met vrouwen van blauw porselein
het is een tijd geleden, zegt zij
dat wij spraken over hoop en verlangen
over de geheimen van toen
haar breekbare woorden
lossen op in flarden mist
terwijl hoog in de lucht
donkere wolken overdrijven
‘er komt een tijd…dan…
dan zullen er geen geheimen meer zijn’
fluistert hij zacht
raakt haar voorzichtig aan
kust gebroken huid
en proeft zout
zo varen ze verder in hun schip van staal
tot verleden, heden en toekomst samensmelten
in een haven die liefde heet
Doek: Luna Muijs | Gedicht: Henk Dillerop